Internationale ontwikkelingen

In dit hoofdstuk zullen we kijken naar de internationale ontwikkelingen in de burgeroorlog in Syrië. Omdat de burgeroorlog nu al meer dan drie jaar duurt zijn er natuurlijk enorm veel ontwikkelingen geweest. In dit hoofdstuk richten wij ons op de crisis die ontstond toen bekend werd dat er chemische wapens ingezet waren in de strijd om de macht in Syrië.

 

Op 13 augustus 2013 komen er berichten in de wereld dat er mogelijk chemische wapens zijn gebruikt op doelen van rebellen in de hoofdstad Damascus. Hierbij komen volgens ooggetuigen honderden mensen om. Al snel duiken de eerste beelden op waarin mensen met enorm veel pijn, dankzij de inzet van gifgas, in ziekenhuizen worden behandeld. De regering van al-Assad ontkent de inzet van chemische wapens. Volgens al-Assad zijn de berichten een afleiding van een team van de Verenigde Naties dat in Damascus is om het gebruik van chemische wapens in Syrië te onderzoeken. De internationale wereldleiders reageren fel op de nieuwsberichten over de gifgasaanval in Damascus. In 1997 is het wereldwijde verdrag tegen chemische wapens van kracht gegaan[1]. Veel landen, waaronder de Verenigde Staten en de Arabische Liga, wilden direct militair ingrijpen in het conflict, mede omdat men bang was dat er meer landen over de schreef zouden gaan met het gebruik van chemische wapens.

Uiteindelijk weet Syrië militair ingrijpen te voorkomen doordat er wordt ingegaan op het verzoek van minister John Kerry (Buitenlandse zaken V.S) om alle chemische wapens af te staan. Onder druk van Rusland gaan de Syriërs akkoort met het vernietigen van alle chemische wapens in Syrië. De internationale gemeenschap haalt opgelucht adem en dankt Rusland voor zijn bijdrage in dit conflict[2].